|
Heden den achtsten Augustus 1852 compareerde voor mij, Karel Hendrik Bode, notaris te Prinsenhage,
arrondissement Breda, provincie Noord Brabant, in tegenwoordigheid van de twee na te noemen getuigen:
Huiberdina Ellesen, weduwe van Bartholomeus van Donk, arbeidster, wonende te Prinsenhage, aan mij notaris bekend,
dewelke verklaarde bij deze, onder vrijwaring als naar regten, te verkoopen aan
Bernardina van Donk, van beroep naaister,
Adriana van Donk, zonder beroep, Catharina van Donk, dienstbode en
Anna van Donk, zonder beroep, allen wonende te Prinsenhage, die mede alhier tegenwoordig, aan mij notaris bekend,
verklaarden in koop aan te nemen:
Enige percelen onroerend goed, gelegen in Vareind onder Prinsenhage, op den kadastralen perceelsgewijzen legger dier gemeente bekend onder
sectie F nummer 273: bouwland, groot 89 roeden, twintig ellen, 274: huis, schuur, en erf, groot vier roeden, 65 ellen en 275: moestuin,
groot 16 roeden, 80 ellen, der verkoopster aangekomen bij akte van scheiding op den 18 September 1818 voor de notaris van Schwarem
te Prinsenhage, overleden,
verklarende de verkoopster dat er geen verdere bewijzen van eigendom bestaan,
en voor zoo ver haar bekend is, geen overschrijving heeft plaatsgehad.
De comparanten verklaarden dat deze verkoop en koop is geschied onder de volgende voorwaarden:
1. dat de verkoopster tot op den dag van haar overlijden in het volle genot en gebruik van de verkochte goederen zal verblijven
na welk tijdstip dit eerst op de koopsters zal overgaan,
die ook slechts van die tijd af tot betaling der rijks en gemeente lasten zullen gehouden zijn
2. dat de koopsters het gekochte zullen aanvaarden met al de daaraan verbonden heerschende en lijdende erfdienstbaarheden, lasten en regten
3. dat de kosten dezer akte door de koopsters zullen worden gedragen
Geschiedende deze overdragt voor den som van achthonderd gulden Nederlandsch geld, door de koopsters op het oogenblik van het overlijden
der verkoopster, aan hare regtverkrijgende te betalen, tot zekerheid van welke betaling de koopsters verklaarden de overgedragen
onroerende goederen bij deze hypothekair te verbinden, toestemmende dat daarop tot verkrijging van dit verband in de openbare registers
ter kantoore van bewaring der hypotheken te Breda, de nodige? inschrijving genomen worden.
Ten gevolgen van al het bovenstaande worden de koopsters door de verkoopster(s) gesteld in al de regten van eigendom door haar, voor het aangaan
dezer overeenkomst op de verkochte vaste goederen bezeten waarvan zij, behoudens de hierboven gemaakte bepaling ten haren behoeven afstand doet.
Ten slotte verklaarden de comparanten voor de gevolgen? dezer overeenkomst domicilie te kiezen ten huize van mij notaris te Prinsenhage,
letter A nummer 124
Waarvan akte
Gedaan en verleden te Prinsenhage ten huize van mij notaris in tegenwoodigheid van Gerardus Sprangers, ...., en Frans van Hulte? bode
|